Een hele poos geleden verbleef ik, door familiale omstandigheden, enkele weken in België. Ik was net klaar met boodschappen doen in de plaatselijke supermarkt toen ik op weg naar mijn auto een mevrouw met haar fiets aan haar hand opmerkte. Ze liep in mijn richting en mompelde wat. Het was een ouder dametje, met een vermoeide blik in de ogen, die duidelijk niet goed te been was. “Wat zei u mevrouw?” vroeg ik. “Die stomme fiets, nu heb ik platte band en moet ik helemaal naar huis lopen” antwoordde ze geïrriteerd. Ik begreep uit haar verhaal dat ‘naar huis’ 5 kilometer verderop was. Haar fiets was beladen met twee volle fietszakken en een kartonnen doos met wel zes liter melk achterop. Het verbaasde mij dat zo’n klein vrouwtje zo’n zwaarbeladen fiets in bedwang kon houden. “U gaat die afstand echt niet lopen hoor!” zei ik. “Ik breng u wel even naar huis.”
Ik zag aan de uitdrukking in haar gezicht dat ze daar heel blij om was, maar ze aanvaardde mijn hulp niet meteen. Ze wilde mij niet belasten met haar probleem en zou het hele eind wel lopen. Want hoe moest het met haar fiets, hoe kreeg ze die dan weer thuis? De fiets in mijn auto laden was geen optie, dat zag ik ook. “Daar vinden we wel een oplossing voor, eerst u thuis krijgen.” was mijn antwoord. Ze was opgelucht, fietszakken uitgeladen, boodschappen in mijn auto gelegd, fiets terug geplaatst en de supermarkt op de hoogte gebracht dat haar fiets misschien een tijdje bij hen zou blijven staan. En daar gingen we! Onderweg kwam ik te weten dat ze 72 was en dat ze boodschappen deed voor haar zieke overbuurvrouw die de ziekte van Parkinson had. Zelf had haar buurvrouw zes kinderen, maar zij was degene die haar elke dag bijstond. Wat een lief mens, mijn hart gloeide terwijl ik haar verhaal aanhoorde. We stopten voor haar huis en ze nam meteen haar portemonnee uit haar tas: “Wat is mijn schuld?” vroeg ze. “Schuld? U hebt geen schuld aan mij” zei ik “We helpen elkaar waar we kunnen, daar bent u het beste voorbeeld van!” Een tandloze glimlach verscheen op haar gezicht. Ik laadde de boodschappen uit en dropte alles op haar keukentafel. “Kan ik nog iets voor u betekenen?” vroeg ik. “Nee hoor!” zei ze terwijl ze mij naar beneden trok en mij innig knuffelde. “Dat er mensen zoals jij bestaan, je bent een engel!” Ze besefte gewoon niet dat zij de engel was die mij zo’n liefdevol gevoel gaf dat ik er bijna dronken van werd! “Voor mijn fiets vind ik wel een oplossing.” stelde ze mij gerust. Met een gelukzalig gevoel stapte ik mijn auto in. Ze zwaaide me na tot ik om de hoek verdwenen was. Een bijzonder mens die heel even mijn leven kwam binnenwaaien en wie mij toch mijn leven lang zal bijblijven…