Aangenaam, ik ben Mijzelf – De ontdekkingstocht naar mijn authenticiteit

Vanaf 12 jaar; Beta golven; 12 tot 35 Hz

Rond je twaalfde jaar word je actief bewust en kan een kind zich echt gaan focussen op school. Beta-golven zijn van groot belang als je een taak wil uitvoeren waarbij je bewuste aandacht nodig is. Ze worden gebruikt bij logisch denken en het oplossen van concrete problemen. Door angst en stress gaan de Beta-golven omhoog. Ontspanningsoefeningen helpen om de Beta-golven weer te verlagen.

De opluchting was groot toen ik eindelijk van de basisschool verlost was. Ik kreeg voor mijn gevoel een tweede kans. Mijn medeleerlingen wisten van mijn schoolverleden, maar door mijn inspanningen zou ik hen laten zien waartoe ik in staat was. Ergens kwam er een sterk motiverende kracht in mij naar boven. Dag na dag kreeg ik meer en meer vertrouwen in mijzelf. Aan het eind van elke schooldag ging ik na het eten meteen naar boven om te studeren en zorgde ik dat ik de leerstof goed bijhield. Mijn resultaten waren er dan ook naar. Wiskunde was altijd mijn zwakke plek, maar zelfs voor dat vak haalde ik voldoendes. Het leven ging er steeds mooier uitzien.

Er ontstond in datzelfde jaar een nieuwe warme vriendschap met Annick, een meisje dat ik al kende van de basisschool. Ze was rustig, intelligent en had het hart op de juiste plaats. Dat trok mij met mijn drukke, leidinggevende persoonlijkheid erg aan. We moedigden elkaar onbewust aan te groeien op vlakken waar onze onzekerheden lagen. We deelden ook een gezamenlijke passie namelijk dansen. Ik was ondertussen van dansschool gewisseld en volgde sinds twee jaar klassiek ballet en Jazzballet in de avondschool bij het Ballet van Vlaanderen in Antwerpen. Vermoedelijk was ik daar blijven dansen als ik niet een uitnodiging had gekregen van een collega van mijn vader. Hij wilde een gemengde dansgroep beginnen op de jongensschool en was op zoek naar meisjes. Ik vond het meteen een geweldig idee en vroeg Annick mee. Dat was het begin van een ongelooflijk mooie tijd. Elke maandagmiddag ging ik na school met haar naar huis waar we eerst ons huiswerk maakten om vervolgens samen naar de dansles te gaan. Het bleef niet bij dansen op maandagavond, maar we werden ook gevraagd voor optredens en deden modeshows in combinatie met dansen. Hier werd ik blij van, dit was mijn passie en dat wilde ik wel elke dag doen!

Mijn uitlaatklep waren mijn dagboeken waar ik trouw in schreef. Alle ‘jonge meisjestoestanden’ kwamen aan bod, de leuke maar ook de minder leuke. Eén van de onderwerpen die regelmatig voorkwamen, was het pestgedrag in de klas. Pesten was iets dat ik niet kon begrijpen. Hoe konden mensen elkaar dat verdriet aandoen? Om die reden was ik altijd een haantje de voorste om de zwakkeren in de groep te verdedigen. Voor mijzelf opkomen was een andere kwestie. Ik zag mijzelf niet als waardevol genoeg. Opmerkingen zoals ‘pannenlat’ of ‘levend lijk’ omdat ik zo slank was, of ‘kikker’ omdat ik uitpuilende ogen had, lagen onder andere aan de basis van deze onzekerheid. Hier kwam rond mijn zestiende jaar verandering in. Ik kreeg eindelijk van mijn moeder groen licht om naar de kapper te gaan en zelf mijn look te bepalen. Toen ik bij de kapper buitenkwam had ik het gevoel dat de wereld aan mijn voeten lag. Apetrots was ik en straalde een zelfzekerheid uit die ik nooit eerder had gevoeld. Met mijn uiterlijk bezig zijn werd één van mijn troeven om mijn onzekerheid te verbergen. Eindelijk voelde ik mij niet langer het lelijke eendje.

Het was ook de tijd dat ik begon uit te gaan en jongens mijn aandacht begonnen te trekken. Ik had hoge verwachtingen en wilde ontzettend graag een relatie. De behoefte om een jongen te vinden die mij lief vond en niet zonder mij kon, was heel erg groot. Mijn onzekerheid was deels opgelost door aan uiterlijkheden te werken, maar daarmee was mijn gevoel voor onveiligheid niet verdwenen. In een relatie zou ik mij veilig en beschermd voelen, daar had ik alles voor over! Hoe jong ik ook was, ik was bang dat niemand met mij zou willen trouwen en dat was mijn grootste nachtmerrie. Mijn eerste echte relatie kreeg ik op mijn zestiende en ik was hopeloos verliefd. Het idee dat een leuke jongen mij verkoos boven alle anderen deed me duizelen. Ik gaf mijzelf helemaal, niets was me teveel. Door mijn sterke intuïtie voelde ik perfect aan wat hij wilde en dus werd hij op zijn wenken bediend. Maar bij een relatie hoort seksualiteit en dit was de eerste keer na het misbruik dat ik hier weer met in aanraking kwam.

Ik heb altijd gedacht dat ik geen trauma had opgelopen van het misbruik omdat ik geen afkeer had van seks. In tegendeel, ik deed alles wat de ander wilde of wat ik dacht dat hij wilde. Maar het trauma was er wel degelijk, het misbruik had zich diep in mij genesteld en ik zocht onbewust naar een manier om ervan af te komen. Ik bleef schaamte voelen omdat ik dit had laten gebeuren en wist er niet met om te gaan. Alleen mijn vriendje gelukkig maken was blijkbaar niet genoeg. Het voelde voor mij alsof ik gezondigd had en ik zou alleen met mijzelf in het reine kunnen komen als ik boete zou doen. Ik had niet het recht om mij gelukkig te voelen in een relatie omdat ik mij een zondaar voelde. Zodra ik mij gelukkig voelde en verwachtte dat onze relatie wel eens blijvend zou kunnen zijn, besefte ik dat ik geen recht had op dat geluk. Ik bedacht een straf waarbij voor mijn gevoel het risico groot was dat mijn vriendje onze relatie zou verbreken. De straf kwam erop neer dat ik aan mijn vriendje moest vertellen dat ik als jong meisje verkracht was. De schaamte was enorm toen ik het vertelde en ik kan mij absoluut niet meer herinneren hoe mijn eerste vriendje erop reageerde. Het moet voor hem sowieso erg confronterend geweest zijn. En of het ermee te maken had of niet, onze relatie stopte. Dit herhaalde zich telkens weer, met elke relatie die hierop volgde. Alles doen om in de gratie te komen, mij helemaal storten op de relatie, mij gelukkig voelen, mededeling doen, relatie uit. En ik die overtuigd bleef dat het misbruik geen invloed had…

De jaren verstreken en als ik niet op school of in Zwitserland was, zat ik meestal thuis op mijn kamer. Mijn kamer was mijn rustpunt, uren kon ik naar buiten kijken en genieten van de kastanjebomen die hoog boven ons huis toornden. Vanuit mijn kamer had ik zicht op een prachtig bos. Ik genoot intens van het fluiten van de vogels. Af en toe vond ik het leuk om mijn kamermeubilair te verplaatsen. Maar aan mijn bureautje kwam ik niet, dat bleef op mijn favoriete plek voor mijn raam staan. Daar zat ik in de eerste plaats om te studeren, maar ik kon er ook lekker afdwalen als het mij allemaal teveel werd. Ik hoefde maar uit het raam te kijken en alle stress en vermoeidheid stroomden van mijn schouders. Uren kon ik er doorbrengen schrijvend in mijn dagboek of met het schrijven van gedichten of brieven naar vrienden en vriendinnen. Steeds met het hetzelfde prachtige uitzicht vanuit mijn raam. Op die momenten kon ik alles vergeten en zorgde mijn creativiteit voor zalving. Maar zodra ik de deur van mijn kamer weer achter me dicht deed, ging het masker weer op en werd ik weer uitgedaagd om de perfectie na te streven.

Zo rond mijn zeventiende jaar rondde ik het voortgezet onderwijs af en moest ik een keuze gaan maken wat ik verder zou gaan studeren. Wij werden in die tijd getest door het PMS ( psycho-medisch-sociale centra) om een idee te krijgen welke studie het meest in onze lijn lag. De studie die er bij mij uitsprong, was toerisme. Helemaal niet zo gek aangezien ik heel mijn jeugd drie maanden per jaar in Zwitserland verbleef. Vanaf mijn veertiende werkte ik ook mee als vrijwilliger dus het werken en leven in een hotel waren mij meer dan bekend. Ik vond het heerlijk om te reizen, vond vreemde talen leuk en ik hield van andere culturen. Jaren heb ik mijzelf afgevraagd waarom ik die keuze niet opgevolgd heb. Nu besef ik dat ik helemaal verleerd was om naar mijn gevoel te luisteren. Ik liet mij leiden door de reactie van anderen op de keuzes die ik had. Eén van de redenen die ik voor mezelf aanhaalde om geen toerisme te doen was mijn moeder. Het idee dat zij het niet fijn zou vinden dat ik vaak weg zou zijn, was reden genoeg om het niet te doen.

Mijn mentor in de vijfde klas van het middelbaar onderwijs vertelde verhalen over de universiteit. Ze vond dat het een must was om dit in je leven mee te maken. Al deed je maar een jaar een studie aan de universiteit, het was meer dan de moeite waard. Ik keek ontzettend naar haar op en dacht dat zij de wijsheid in pacht had. Het vrije leven dat ze beschreef, trok mij heel erg aan en tegelijk droomde ik ervan om mijn ouders trots te maken. Ik had nooit tegen onrecht gekund, stond altijd op de eerste rij om kinderen die gepest werden te verdedigen en ik voelde de pijn in de wereld dus de beslissing om rechten te gaan studeren was snel gemaakt.

Het afscheid van mijn school ging in mineur. Ik behaalde een onvoldoende voor wiskunde en kreeg een herkansing. In België kan je de herkansingen niet meteen na de examenperiode doen, maar moet je wachten tot na de zomervakantie. Enkele medeleerlingen die ook een herkansing hadden en ik moesten dus naar de diploma-uitreiking van de geslaagde leerlingen. Iedereen was in feeststemming en ik probeerde mij stoer voor te doen door iedereen met een lach op mijn gezicht te feliciteren. Gelukkig volgde er daarna weer een mooie lange zomer in Zwitserland. Enkele weken vóór mijn herexamen ging ik naar huis en volgde ik enkele bijlessen waardoor ik in september glansrijk slaagde voor mijn herkansing. Het ware leven kon beginnen, ik werd student rechten aan de Ufsia in Antwerpen!

Mijn studententijd: 1984-1988

Op zich was een studie rechten nog niet eens een slechte beslissing, ware het niet dat het universitaire systeem mij helemaal niet lag. Van een klas met dertien leerlingen naar een aula met enkele honderden studenten, waar je meer een nummer was dan een persoon, dat paste niet bij mij. De eerste maanden vielen nog mee. Dapper hield ik voor anderen de notities bij terwijl zij gingen feesten. Maar er was geen houden aan, ik zag mijn vrienden van hun studententijd genieten en dat wilde ik ook. De vrijheid lonkte. De bezoekjes aan de aula werden alsmaar minder en de bezoekjes aan het studentencafé werden hoe langer hoe frequenter. Het allerliefst was ik op kamers gegaan of ‘op kot’, zoals wij dat in Vlaanderen zeggen, maar dat zagen mijn ouders niet zitten. Dus probeerde ik op allerlei manieren om toch elk pleziertje mee te pikken. Mijn focus lag volledig op de buitenwereld, dat voelde veilig. Innerlijk had ik te maken met onzekerheid, angst en schaamte en dat mocht onder geen enkele omstandigheid naar boven komen. Alcohol was, ontdekte ik, ook een manier om die gevoelens op een afstand te houden. Het bier en de wijn stroomden rijkelijk op de studentenfeesten, ik danste op tafels, deed mee aan een verkiezing voor praesens, kortom ik leefde erop los.

Om het helemaal af te maken mocht een relatie natuurlijk niet ontbreken. Zachte, aardige jongens interesseerden mij niet. Ik had altijd het gevoel dat ik moeite moest doen om iemand overtuigd te krijgen dat ik goed genoeg was. De grootste uitdaging was dus steeds om de meest populaire jongen uit het gezelschap te veroveren. Daar slaagde ik in, maar ook deze relatie volgde het vertrouwde scenario en eindigde na enkele maanden. Na het beëindigen van elke relatie werd de pijn intenser en het drama groter, maar dat was niets tegen de voldoening van het boete doen. De kronkel in mijn hersenen bleef…

In de tweede helft van het academiejaar besefte ik dat dit niet was wat ik wilde. Het voelde niet goed om op kosten van mijn ouders alleen maar plezier te maken. Ik wilde iets nuttigs met mijn tijd doen. Vermits het schooljaar al zo ver gevorderd was, lukte het niet meer om datzelfde jaar een andere studie te beginnen. Ik wilde mezelf ook de tijd geven hierover na te denken en ging daarom werk zoeken. De dag nadat ik mijn ouders had ingelicht, ben ik zowat alle winkels in Antwerpen binnengestapt om naar werk te vragen. Tegen het einde van de dag had ik een baantje. Het werd een baantje in een kledingzaak, niet echt geweldig betaald, maar ik was bezig. Mijn schuldgevoel naar mijn ouders toe werd kleiner omdat ik op deze manier hen het bedrag kon terugbetalen wat ze in mijn studie hadden gestoken. De eerste weken vond ik het allemaal prima. Het voelde alsof ik weer iets betekende omdat ik geld verdiende, maar al snel waren alle dagen hetzelfde. Vouwen en schikken, stofzuigen en als ik geluk had, mocht ik eens een klant helpen. Nee, dat was het niet…

Ondertussen had ik wel de tijd gekregen om over mijn studie na te denken. Ik wilde dit keer niet meer ‘falen’ en besloot om te kiezen voor een ‘veilige’ studie. Zoals ik al eerder vertelde, werkte mijn vader als leraar vreemde talen in het voortgezet onderwijs en als docent Engels in het volwassen avondonderwijs. Mijn vader was een gepassioneerd leraar. Hij kwam altijd vrolijk thuis en hield echt van zijn job. Het leek alsof het een hobby voor hem was. Dat wilde ik ook, werken als hobby zodanig dat ik daarnaast genoeg energie over had om andere dingen te doen. Tijdens de zomervakanties in Zwitserland werkte ik vaak als leidster in de jeugdclubs. Ik had dus de nodige ervaring om met jongeren te werken en besloot om ook voor het onderwijs te kiezen. Mijn oorspronkelijke keuze was eigenlijk het basisonderwijs. Door mijn onaangename basisschooltijd gaf dit mij de kans om het anders aan te pakken dan de meeste van mijn leraressen. Maar na een gesprek met mijn vader, die het interessanter leek om voor minder uren werk meer betaald te krijgen, veranderde ik van gedachte en koos uiteindelijk voor het voortgezet onderwijs. In welke vakken ik les zou gaan geven, was snel beslist. Ik koos voor die vakken die mij het meest geboeid hadden in mijn eigen schooltijd: Engels, aardrijkskunde en godsdienst.

Na meer dan twee maanden te werken in mijn geliefde tweede thuis, Zwitserland, was het zover. Ik ging studeren aan het H. Pius X instituut in Antwerpen. Hier kon je een lerarenopleiding volgen en het was eveneens de school waar mijn vader lesgaf. Het gaf mij een veilig en vertrouwd gevoel. Veel van mijn vaders collega’s waren ook vrienden van mijn ouders. Zij kenden mij al van kinds af aan en voelden als familie. De school was in de buurt waar ik vanaf mijn basisschooltijd naar school was geweest en bovendien kon ik weer gezellig met mijn vader heen en weer rijden. Ik vond het altijd heerlijk om papa even voor mezelf te hebben. We hadden de meest uiteenlopende gesprekken waarin ik mij heel begrepen en erkend voelde. Hij was helemaal niet de strenge vader, maar voelde meer als een coach die het beste in mijzelf probeerde boven te halen. Toch was het bij momenten ook moeilijk omdat hij de lat voor zichzelf heel hoog legde en ik daardoor het gevoel kreeg dat ik niet voor minder kon gaan. Hij was en is nog steeds een bezige bij. Aan de lijst wat hij allemaal deed, komt haast geen eind. Een heftig voorbeeld voor iemand die zoals ik hoogsensitief is en extra gevoelig is om anderen te plezieren.
Ik kwam terecht bij de studierichting Engels. Deze richting bestond uit een klas met negen studenten, acht vrouwen en één man. Hier voelde ik mij meer op mijn plaats. Het overweldigde mij niet zoals in een aula vol studenten. Met alle andere vakken zaten we samen met andere richtingen, maar de groepen waren nooit groter dan zo’n dertig studenten. Op deze manier kon ik met mijn medestudenten en de profs een één op één relatie hebben en dat voelde fijn. Er werden ook meer grenzen aangegeven waar de meeste studenten zich aan hielden en ook dat gaf rust. Het studeren ging goed en het leuke was dat we vrij snel met de praktijk in aanraking kwamen. Na enkele maanden mochten we al ons eerste proeflesje voor het vak Engels geven. Ik herinner mij dat elk van ons een deel van de les voor onze rekening mocht nemen en ik mocht de spits afbijten. Het was in een eerste jaar van de middenschool. Natuurlijk was het spannend, maar ik had er ook heel veel zin in. Daar stond ik, voor de klas met allemaal nieuwsgierige gezichtjes die mijn richting opkeken. Ik startte de les en vond het meteen geweldig, mijn stuk zat erop voor ik het goed en wel besefte. Dit was leuk, iets overbrengen aan jonge mensen, er samen iets van maken, dit was wat ik wilde!

Naast studeren ging ook het gewone leven zijn gangetje. Binnen mijn studie maakte ik al snel weer nieuwe vrienden. Anderen zagen mij als een haantje de voorste, een podiumbeest, altijd in om dingen uit te proberen, altijd wat te vertellen. En ook al was dat zo, toch voelde ik mij in mijn binnenste vaak angstig en liefdeloos. Ik was bang voor het leven en vocht hier al jaren tegen door me veel stoerder voor te doen dan ik was. Nooit liet ik het achterste van mijn tong zien, want dat zou betekenen dat ik naar binnen zou moeten gaan en daar zat teveel troep. Ik moest dus een andere oplossing vinden om met mijn angsten om te gaan. De oplossing vond ik uiteindelijk door het leven van mijn ouders als voorbeeld te gaan nemen. Ik zag mijn ouders als mensen zonder fouten. Hun relatie was voor mijn gevoel de perfecte relatie. Dus dat betekende wanneer ik zoals mijn ouders ging leven, ik mij veilig en gelukkig zou voelen. Op die manier zouden al mijn zorgen verdwijnen. Mijn opdracht was dus, een stabiele man toelaten die zelf al midden in het leven stond. Iemand die niet alles nog moest gaan uitzoeken, maar wist wat hij wilde. Dit was sneller gezegd dan gedaan, want mijn ervaring was dat ik zo’n soort relatie al snel saai vond. Iets van uitdaging had ik wel nodig. Ik herinner mij nog dat ik hier heel bewust met bezig was. Ik beschreef het zelfs tot in detail in mijn dagboek. Zonder het zelf te beseffen heb ik mijn wensen toen het universum ingestuurd. Van de ‘Wet van de Aantrekking’ had ik nog nooit gehoord. Dit was één van de eerste voorbeelden uit mijn leven waar ik aan dacht toen ik later met die wet kennis maakte. Hierover vertel ik meer in hoofdstuk vier.

In het tweede jaar van mijn studie werd ik samen met de andere studenten uit mijn klas uitgenodigd op de 21ste verjaardag van een vriendin en medestudent. We keken hier allemaal heel erg naar uit, want er zouden veel vrijgezellen en vrienden van haar broers en zus naar de verjaardag komen. Een relatie hebben was, zoals dat vaak op die leeftijd is, regelmatig onderwerp van gesprek. Dit was nu, met dit feestje in het vooruitzicht, niet anders. Katrien was op dat moment mijn beste vriendin en ook zij was vrijgezel. Zij was een jaar ouder dan ik en had ook eerst universiteit geprobeerd. Zij had de richting Germaanse talen gevolgd, maar ook voor haar was een universitaire studie niet praktisch genoeg. Katrien was een lieve jonge vrouw die wist wat ze wilde. De zekerheid die zij uitstraalde, trok mij heel erg aan. Toen we ons eerste jaar van de leerkrachtenopleiding achter de rug hadden, ging zij voor een maand mee naar Zwitserland om te werken. De heerlijke tijd die we er samen hadden, zorgde ervoor dat onze vriendschap alleen maar versterkt werd. Nu zaten we dus samen op de party waarvan we hoopten dat het de avond van ons leven zou worden.

En of het een leuk feestje was! De hele woonkamer was volgepakt met mensen. Er hing een vrolijke en tegelijk ook leuke spannende energie in de lucht. Het was een sfeer van genieten en aftasten wat tot veel gegiechel en gelach leidde bij ons meidengroepje. Er was één jongen die veel aandacht naar zich trok en zich populair probeerde te maken. Zo’n type waar ik mij altijd erg toe aangetrokken voelde. Een leiderstype waar iedereen naar opkeek en waar de partner de rol op zich nam van: ‘Ik ben het meisje van…’. Mijn idee om het nu eens over een andere boeg te gooien en iemand in mijn leven te laten die wat rust zou kunnen brengen, was ik op slag vergeten. Ik danste en maakte plezier en voelde mij verliefd al betwijfelde ik of het wederzijds was. Katrien had het ook erg naar haar zin. Zij kwam mij regelmatig informeren over een jongen die zij wel zag zitten, maar hij kwam niet erg over de brug. Hij leek een beetje aan de verlegen kant en werd door zijn vrienden ‘de joker van de avond’ genoemd. Katrien wilde heel graag weten waarom ze hem zo noemden, maar ze durfde het hem niet te vragen. Op een bepaald moment stonden wij bij hem in de buurt en vroeg ze aan mij of ik het in haar plaats wilde doen. Daar had ik geen problemen mee, maar zodra ik hem de vraag stelde, snauwde hij mij toe dat hij helemaal niet wist waarom ze hem zo noemde. ‘Wat een onaardige kerel…’, dacht ik bij mezelf en waarschuwde haar dat het naar mijn idee niet iemand was om een leuke relatie met op te bouwen. Het werd uiteindelijk een fantastische avond waarbij we beiden toch enigszins verliefd naar huis reden.

In de weken daarna slaagden we erin om de vrienden van onze klasgenoot uit te nodigen op een schoolfuif. Toen die dag aanbrak waren we door het dolle heen. De spanning steeg, want de grote vraag was: ‘Komen de jongens naar onze fuif?’ We zouden er hoe dan ook van genieten, want zo vaak werd er niet gefuifd op de lerarenopleiding. Het feest was al in volle gang toen ze uiteindelijk toch nog kwamen binnenwandelen. Ik vond het zo spannend dat ik meer ging drinken dan goed voor me was en voelde mij op een bepaald moment niet lekker worden. Met een beetje een duizelig hoofd liep ik naar een barkruk naast de dansvloer en zat wat te staren naar de dansende menigte. Net toen ik besliste om even naar buiten te gaan, zag ik Charles op mij afstappen. Hij vroeg me of het wel goed met mij ging omdat ik zo alleen op dat krukje zat. “Niet zo…” antwoordde ik. “Ik was net van plan om naar buiten te gaan, want ik voel me een beetje duizelig” “Zal ik met je mee gaan?” vroeg Charles. “Ik vind het hier ook wat druk en warm.” Dat vond ik aardig van hem en ik volgde hem naar de uitgang, niet beseffende dat dit een keerpunt in mijn leven zou worden. Terwijl we naar de uitgang liepen zag ik enkele studiegenoten ons met een vragende blik nakijken. In hun ogen stond te lezen dat ik met de man naar buiten ging waar mijn vriendin een oogje op had. Ik had meteen het gevoel dat ik iets fout deed terwijl er niets aan de hand was. Wanneer ik mij niet ellendig had gevoeld was de kans groot geweest dat ik tegen Charles had gezegd dat het geen goed idee was. Maar ik had echt behoefte aan frisse lucht en deed niets verkeerd dus ik stapte na hem de deur uit. We gingen naast elkaar op de stoep zitten en geraakten in gesprek. De frisse lucht deed mij goed en Charles was fijn gezelschap, heel anders dan bij onze eerste ontmoeting. Hij vertelde mij over zijn leven, wat hij gestudeerd had en waar hij aan het werk was. Over zijn thuissituatie en over zijn tijd bij de jeugdbeweging en hoe dit nog steeds deel uitmaakte van zijn leven door de vrienden die hij eraan over had gehouden. Hij bedankte mij dat ik hem enkele weken daarvoor had uitgenodigd en zei dat hij erg onder de indruk was geweest dat ik hem gevraagd had. Dat vond ik erg lief en flatterend. Ik voelde zijn onzekerheid en was daar verbaasd over omdat hij wel een vorm van rust uitstraalde. Op mijn beurt vertelde ik hem allerlei dingen over mijn leven. Ik sprak over mijn opleiding, over mijn leven in Zwitserland, over mijn gezinssituatie en waar ik woonde. Ondertussen luisterde hij aandachtig en merkte ik dat het hem boeide. Het was december en dus koud, maar in plaats van naar binnen te gaan, gingen we dichter bij elkaar zitten. Ik meen mij zelfs te herinneren dat Charles voorstelde om zijn jas over mijn schouders te hangen. Stilaan werd ik mij bewust van de situatie waarin ik mij had begeven. Mijn beste vriendin was verliefd op deze man en ik zat zij aan zij met hem verwikkeld in een leuk gesprek. Af en toe zag ik een hoofd van een studiegenoot om de hoek verschijnen om poolshoogte te nemen en waarschijnlijk binnen verslag uit te brengen. Ik voelde aan alles dat Charles mij leuk vond en wilde alsmaar zeggen dat mijn vriendin verliefd op hem was, maar het kwam niet over mijn lippen. In plaats daarvan bleef ik gezellig met hem kletsen tot we op een bepaald moment in elkaars ogen keken en we elkaar kusten. Ook al kenden we elkaar nog maar net, ik kon geen weerstand bieden en voelde vlinders in mijn buik. Het voelde erg dubbel, want ook al voelde ik mij plots ‘hoteldebotel’, toch wilde ik mijn vriendschap met Katrien niet op het spel zetten. Ik moest dit aan Charles duidelijk maken voor de situatie helemaal uit de hand zou lopen. Zodra we elkaar weer aankeken, zei ik tegen hem dat ik dit niet kon maken. Ik legde hem uit dat mijn vriendin, Katrien, verliefd op hem was. Charles keek mij beduusd aan en vroeg mij wie Katrien was. Nadat ik haar beschreven had, zei hij: “Ik heb absoluut geen idee over wie je het hebt! Ik ken dit meisje niet, waarom zouden wij geen relatie met elkaar kunnen hebben? Zoek je een uitvlucht om mij duidelijk te maken dat je geen relatie met mij wilt?” Mijn God, wat gebeurt er allemaal? schoot er door mijn hoofd. Ik wist hem ervan te overtuigen dat dit absoluut niet het geval was, maar dat het ging om mijn vriendschap met Katrien. Zijn antwoord was “Daar ben ik te nuchter voor.”, was zijn antwoord. “Ik heb nooit iets met haar gehad en weet niet eens wie zij is. Dat kan ons er dan toch niet van weerhouden om te doen wat wij willen?” Het leek zo simpel zoals hij het zei en hij had ook gelijk. Er was niets gebeurd behalve dat ik wist wat zij voor hem voelde. Ik hoopte dat Katrien er ook zo over zou denken zodra ik de kans zou hebben om het haar uit te leggen en stapte samen met Charles de zaal binnen om de confrontatie aan te gaan. Maar zodra we binnenkwamen en we richting de dansvloer liepen, voelde ik meerdere boze blikken in mijn rug prikken. De avond die met zo’n mooie verwachtingen begon, eindigde in strijd. Ik probeerde Katrien uit te leggen hoe dit had kunnen gebeuren, maar zij voelde zich diep gekwetst en boos waardoor ze geen behoefte had aan mijn uitleg. Zo gingen we uit elkaar, zij verdrietig en vol onbegrip terwijl ik worstelde met een schuldgevoel en toch tot over mijn oren verliefd was.