De ontdekkingstocht naar mijn authenticiteit.
De weg – Deel 1

Enkele jaren geleden kwam ik voor het eerst in contact met kwantumfysica. Het boeide mij meteen omdat het wetenschap en spiritualiteit verenigt. Spiritualiteit wordt vaak gelinkt aan zweverigheid. Kwantumfysica bewijst evenwel het tegendeel.

Wetenschappers hebben bewezen dat de hersengolven van een kind verschillen met die van een volwassene. Kinderen vertonen in elk stadium van hun ontwikkeling specifieke hersengolven. De Jezuïet, Ignatius Loyola, heeft ooit gezegd: “Geef mij een kind tot zijn zevende jaar en ik toon u de man.” Wat bedoelde hij hiermee? Het is wetenschappelijk bewezen dat wij voor 95% handelen vanuit ons onderbewustzijn en maar voor 5% vanuit ons bewuste leven. Ik vond het daarom de moeite waard om naar mijn programmatie te kijken en na te gaan wat de eventuele invloed is geweest op mijn latere leven. Door vanaf afstand waar te nemen kan ik nu de moeilijke momenten in mijn leven vanuit een ander perspectief ervaren. Het is dan ook makkelijker om bepaalde ervaringen los te laten en ze te zien als een waardevol proces. Het heeft me gemaakt tot de persoon die ik nu ben.

Van 0 tot 2 jaar; Delta-golven; 0,5 tot 4Hz

In deze leeftijdscategorie kan je een kind programmeren. Dat start zelfs vóór de geboorte. Dit betekent dat de ervaringen die de moeder heeft, opgeslagen worden. Er is in deze fase nog geen bewustzijn van ‘het zelf’. De natuur heeft hiervoor gezorgd omdat een kind niet alles in twijfel zou trekken. Op deze manier krijg je als ouders of verzorgenden de kans om je kind die dingen aan te leren die belangrijk zijn om te overleven. Een kind observeert zijn ouders, downloadt deze positieve en negatieve informatie en neemt deze aan als ‘waar’ zonder zich hier verder vragen over te stellen. Op deze fundering bouwen we ons leven. Als we dus veel hebben te horen gekregen hoe waardeloos of dom we zijn, is dat wat wij voor waar aannemen. Maar we hoeven niet persoonlijk vreselijke situaties te hebben meegemaakt. Een kind is nog heel gevoelig voor de energieën die de omgeving uitstuurt en pikt deze gemakkelijk op. Wanneer dierbaren traumatische ervaringen hebben meegemaakt, kan een kind dit oppikken. Het gevolg is dat het kind deze opslaat alsof de ervaring van hem of haar is.

Delta-golven in onze hersenen ervaren we in een diepe slaap, wanneer we ons van niets meer bewust zijn.

Wat herinner ik mij over deze fase in mijn leven? Wat hebben mijn ouders en grootouders meegemaakt? Welke invloed heeft dit gehad op mijn programmatie? Dit alles beschrijf ik in de volgende onderdelen. Ook jij kan aan de hand van je eigen jeugd nagaan wat jouw programmatie is geweest.

4 november 1966- Als oudste kind zag ik, na een zware bevalling, het levenslicht. Volgens mijn moeder was ik een grote, slanke baby die met grote ogen de wereld inkeek. Ik groeide op in een modaal en liefdevol gezin. Mijn vader was leraar in het voortgezet onderwijs en mijn moeder werd huisvrouw nadat ze met hem trouwde. We woonden in Merksem, een deelgemeente van Antwerpen en verhuisden al snel naar een mooie flat in Wilrijk. Veel kan ik mij van die tijd niet meer herinneren. Wat ik mij herinner zijn de verhalen die ik nadien te horen kreeg. Ik was volgens mijn moeder een enthousiast, bezig kind. Soms zelfs een beetje te vermoeiend omdat ze ogen in haar achterhoofd nodig had om mij van ongelukjes te besparen. Zo doet het verhaal de ronde dat ik haar een keer in de keuken opsloot en mijn vader van zijn werk moest komen om haar te bevrijden. Ik was een kind dat van vrijheid en actie hield.

Mijn vader was en is nog steeds een bezige bij. Zijn 78 jaren houden hem niet tegen om nog wekelijks te gidsen op de Schelde en omstreken. Zo was hij al als twintiger, een enthousiaste leraar talen, geliefd bij zijn leerlingen en zijn collega’s. Het feit dat hij leraar was, betekende dat hij veel vakantie had, maar dat hield hem niet tegen om allerlei dingen te ondernemen zodra de schoolpoorten gesloten waren. Dat ondernemende heeft hij van huis uit meegekregen. Toen mijn vader werd geboren woonden en werkten zijn ouders op de boerderij van zijn grootvader. Na de Tweede Wereldoorlog openden mijn grootouders samen een kruidenierswinkel.

Het was een hard leven. Naast de winkel reden ze ook bestellingen naar mensen thuis. Zelfs op zondagen waren ze open, wat voor die tijd ongewoon was. Bompa stond elke weekdag om vier uur op om naar de vroegmarkt te gaan. Maar als er prijsafspraken gemaakt moesten worden, ging bomma mee. Als zij merkte dat mijn grootvader zich in het nauw gedreven voelde, ging ze er pal voor staan. Haar leven is niet over rozen gegaan, maar ze bleef altijd zoeken naar de positieve kanten. Dat heb ik altijd in haar bewonderd.

Mijn vader was het eerste kind van mijn grootouders en mijn grootmoeder was gek op haar zoon. Zij herkende zichzelf in hem, het sociale, het creatieve en het sterke organisatietalent. Zo hield hij al op jonge leeftijd poppenkastfestijnen in de straat. Hij was gek op muziek maken en mensen entertainen. Maar dat was allemaal te frivool voor mijn grootvader. Voor hem was het voldoende dat mijn vader hielp in de zaak en zijn best deed op school. Zijn motto was, doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Mijn grootvader had moeite om zijn gevoelens te uiten. Echte vaderliefde heeft mijn vader hierdoor nooit echt ervaren. Hij was geen onaardige grootvader, maar uitspraken zoals “Ik vind je leuk!” of “Wat fijn dat je er bent!” moest je erbij denken.

Zodra hij oud genoeg was, moest mijn vader, net zoals zijn zussen, meehelpen in de winkel. Mijn grootouders hoopten misschien dat mijn vader in de zaak zou komen, maar dat was niets voor hem. Hij wilde studeren en zijn horizon verbreden. Zo ging hij enkele maanden studeren aan de Sorbonne in Parijs. Na twee jaar studeren in Antwerpen behaalde hij zijn diploma leraar Engels, Frans en Duits. In de weekends werkte hij als DJ op feesten en partijen en de vakanties waren er om in de winkel bij zijn ouders te werken. Het werken in de winkel beperkte mijn vader in zijn ontwikkeling. Hij wilde maar wat graag met zijn talenten aan de slag. Van zijn zwager hoorde hij over een vakantieorganisatie die verschillende hotels runde in Zwitserland waar Belgische gezinnen hun vakanties konden vieren. Dit klonk hem heel interessant in de oren! Dat deze organisatie voor het grootste deel op vrijwilligers draaide, schrok hem niet af.

Als jonge snaak van 24 waagde hij zijn kans en kreeg meteen een vrijwilligersbaan als boekhouder in een hotel in Leysin aangeboden. Gepakt en gezakt vertrok ons gezin in de zomer van 1967 met de trein naar Zwitserland. Volgens mijn ouders was het een rampreis. Mijn ouders hadden het zwaar. Er werd ongelooflijk van hen en het andere personeel geprofiteerd. Met een beperkt budget moest mijn vader wonderen verrichten. Als hij het personeel iets extra wilde gunnen, werd hem dat door de directeur van het hotel niet in dank afgenomen. Omdat het personeel op basis van kost en inwoon werkte, probeerde hij hier en daar iets voor hen te regelen. Maar als de hoteldirecteur ontdekte dat mijn vader geld over had om het personeel iets te gunnen, werd zelfs dat van zijn budget afgehaald. Aan het eind van zijn eerste ervaring dacht hij: dit nooit meer! Maar de bergmicrobe had hem al te pakken en Zwitserland had zijn hart veroverd. De natuur en de gezonde lucht bekoorden hem. Ook al moest hij op vrijwillige basis keihard werken, het feit dat ik en later ook mijn broer in deze mooie en gezonde omgeving konden opgroeien deden hem besluiten om elke vakantie naar Zwitserland te trekken. De volgende 30 jaar zou hij in de vakantieperiodes als hoteldirecteur werken in hotels over heel Zwitserland. Daar is dan ook mijn grote liefde voor de bergen ontstaan.

Mijn moeder werd in Mechelen geboren. Zij was de vierde van tien kinderen, drie jongens en zeven meisjes. Het waren de oorlogsjaren en het leven van een groot gezin in een klein huisje in de binnenstad was niet vanzelfsprekend. Het was een moeilijke tijd voor mijn grootouders, die behalve de angst voor de oorlog ook nog eens het juk van het geloof op hun schouders voelden wegen. Mijn grootvader was politieman, een job die hem erg zwaar viel. Hij moest onder andere plaatsen bewaken waar de kans op smokkelen erg groot was. Het feit dat hij mensen moest controleren waarvan hij wist dat ze honger hadden vond hij een onmogelijke opdracht. Het gevolg was dat hij vaak mensen liet gaan en het risico liep om hierop berispt te worden. Ook hielp hij mensen aan papieren zodat zij uit handen van de Duitsers bleven. Het zal vast voor de nodige stress gezorgd hebben wat invloed moet gehad hebben op het leven van het gezin. Mijn moeder was een gevoelig kind. In deze tijd zou men haar HSP (Hoogsensitief Persoon) noemen. Al zegt de term haar zelf niet veel, ze beseft wel dat ze verschillende kenmerken in zich draagt die wijzen op deze persoonlijkheid. Leven in zo’n groot gezin was voor haar een hele uitdaging. Een hoog sensitief persoon ervaart heel erg de stemmingen van zowel de anderen als die van zichzelf. Wanneer je als klein kind voelt dat je ouders het zwaar hebben kan dit als onveilig ervaren worden. Er waren veel zorgen, de oorlog en bovendien werd het ene na het andere kind geboren. Haar oudste zus was vijf jaar toen zij werd geboren en daar zat dus nog een broertje en een zusje tussen. Gemiddeld om de twee jaar kwam er een nieuw zusje of broertje bij, dus veel tijd om aandacht aan de kinderen te geven was er niet. Zodra ze oud genoeg waren, moesten ze voor de kleineren zorgen en bovendien had mijn grootmoeder niet altijd gemakkelijke zwangerschappen. Ze lag vaak op bed. Mijn moeders jongste broertje werd geboren met het syndroom van Down. Zij was toen negen jaar. Al laat de tekst op zijn geboortekaartje uitschijnen dat er iets met hem aan de hand was, toch was er door de dokters niets gezegd. Het eerste jaar van zijn leven heeft zeker mijn grootmoeder niet eens geweten dat hij deze beperking had. Er werd niet over gesproken, dat moesten ze zelf maar ontdekken. Niet te geloven wat een enorme impact dit moet gehad hebben op het gezin. Dit zijn dingen die een kind onbewust oppikt, zeker als je hoogsensitief bent.

In het jaar dat mijn ouders achttien werden kregen ze verkering. Mijn vader zorgde voor de veiligheid die mijn moeder zo gemist had en mijn moeder zorgde voor een thuis dat mijn vader niet echt gekend had. Toen ze trouwden hadden ze eindelijk het eigen plekje waar ze beiden zo’n behoefte aan hadden. Ook al moest mijn moeder naar eigen zeggen in het begin wennen aan de stilte die ze niet kende, toch woog dat niet op tegen het fijne gevoel van de rust en de veiligheid die ze op hun flatje voelden. De rust bleef niet duren, want zij had tenslotte gekozen voor een man die het tegenovergestelde was van een huismus en daar heeft ze zich aan moeten aanpassen. Een moeder die geniet van de rust van thuis zijn en een vader die het heerlijk vindt om onder de mensen te zijn en hen te entertainen, een groter contrast kan je niet vinden. Toch hebben ze hun weg hierin weten te vinden en eind 2019 vierden ze hun 55ste huwelijksverjaardag. Volgens mij is hun grootste troef de humor die ze samen delen. Elke keer als ik samen met mijn ouders ben, duurt het nooit lang of ze plagen elkaar. Dat klaart bij hen elke lucht, hoe zwaar die ook mag zijn. Ze hebben veel meegemaakt in al die jaren wat ook een weerslag op hun gezondheid heeft gegeven. Maar uiteindelijk kiezen ze er steeds voor om de situatie positief te benaderen en dat maakt van hen een sterk koppel.

Mijn programmatie

Allereerst wil ik jou als lezer duidelijk maken dat ik mij geen slachtoffer voel van mijn geschiedenis. Ik ben er mij van bewust dat ik zelf gekozen heb om in deze tijd en op deze plaats geboren te worden. Waarom ik hiervan overtuigd ben, verduidelijk ik verderop in het boek. Wel is het interessant om te kijken hoe ik gedurende mijn leven gereageerd heb op mijn programmatie. Zo kan ik dit gebruiken om hier nu en in de toekomst weinig of zelfs geen last meer van te hebben. Wat betekent de voorgeschiedenis van mijn ouders voor mijn eigen leven tot mijn tweede levensjaar?
Net zoals mijn moeder ben ik als HSP’er geboren. Ik weet dat niet iedereen het eens is om stempeltjes op mensen te plakken, maar ik heb daar zelf geen problemen mee. Het was voor mij zelfs een opluchting om na 48 jaar eindelijk te beseffen dat wat mij blijkbaar anders deed voelen een naam had. Vanaf dan kon ik mijn hoogsensitiviteit plaatsen en was ik niet langer een slachtoffer van mijn gevoeligheid. Het zorgde ervoor dat ik stukje bij beetje de kracht van deze eigenschap ging voelen.

20% van de wereldbevolking wordt als hooggevoelig persoon geboren. Bij een hoogsensitieve persoonlijkheid denkt men vaak aan een introvert persoon. Dit hoeft helemaal niet zo te zijn want zo’n 30% van alle hoogsensitieve personen is namelijk extravert. Bij deze laatste groep hoor ik thuis. Hoe vertaalde zich dit in mijn leven?

Ik voel mijn omgeving heel goed aan en al klinkt dit misschien alleen maar positief, toch kan het ook aardig verwarrend zijn. Wanneer ik aanvoelde dat iemand niet lekker in zijn vel zat en de ander toch beweerde dat er niets aan de hand was, maakte mij dat onzeker. Ook de zorgen van een ander absorbeerde ik alsof het de mijne waren. Ik was altijd zo erg gefocust op het welzijn van de ander dat het op een bepaald moment onmogelijk werd om mijn eigen grenzen te voelen. Een te grote portie ambitie en niet de zorg willen zijn van mijn ouders zorgde ervoor dat ik veel te lang mijn tenen liep. Het is sowieso een moeilijke opdracht om als hooggevoelig persoon mee te draaien in onze jachtige maatschappij en daarom was het niet vreemd dat mijn gedrag na enkele decennia resulteerde in een burn-out. Wanneer je chronische stress ervaart, om welke reden ook, is het oppassen geblazen. Dan heb je grote kans dat je immuunsysteem verzwakt en verstoord geraakt. Zo kreeg ik pas een jaar geleden de diagnose, Ziekte van Hashimoto, terwijl ik de symptomen al had voor ik hartklachten kreeg. Hashimoto is een auto-immuunziekte, waarbij je afweersysteem de cellen in je schildklier aanvalt. Hierdoor ontstaat een chronische ontsteking in de schildklier. De schildklier werkt steeds trager waardoor er steeds minder schildklierhormoon wordt aangemaakt met alle gevolgen van dien. Wanneer ik veel stress ervaar, door onrust, mijn levensstijl, maar ook bijvoorbeeld door voeding te eten dat niet bij me past, raakt mijn lichaam in disbalans. Dan gaan alle alarmsignalen af in de vorm van allerlei vervelende symptomen. Snel vermoeid zijn, het snel koud hebben, gewichtstoename, haaruitval en obstipatie, om er maar enkele te noemen. Op zo’n moment weet ik dat ik gas terug moet nemen. De tijd die ik nodig heb om weer in balans te geraken duurt meestal drie keer zo lang als de periode waarin ik stress ervaarde. Het heeft me geleerd dat mijn lichaam grenzen heeft die ik dien te respecteren. Alleen door mezelf op de eerste plaats te zetten en te beseffen dat hulp ontvangen geen zwakte maar een kracht is, kan ik op een gezonde manier door het leven gaan. In plaats van te vechten tegen de ziekte omarm ik haar nu. Hoe raar het ook klinkt, in een bepaald opzicht heeft ze mijn leven gered. Tevens ben ik ervan overtuigd dat ik genezing in mijzelf kan vinden. Hoe, dat leg ik later in dit boek uit.

Nog een belangrijk thema in mijn leven is veiligheid. Je veilig voelen is een voorwaarde om je te kunnen ontwikkelen tot een persoon die stevig staat in het leven. Het is dus erg belangrijk dat je tijdens je opvoeding in een veilige omgeving opgroeit. Voor een kind met HSP hoeft een onveilige situatie thuis geen mishandeling of misbruik te zijn, ook te weinig liefde voelen of het gevoel hebben er niet bij te horen is al voldoende. Dit heeft mijn moeder waarschijnlijk in haar gezin ervaren. Ook het feit dat het oorlog was heeft er zeker geen positieve bijdrage aan geleverd. Al ben ik ervan overtuigd dat mijn grootouders hun uiterste best hebben gedaan om hun angsten niet op hun kinderen over te brengen, toch hebben ze dat niet kunnen vermijden. Zeker mijn hoogsensitieve moeder heeft dit onbewust overgenomen. Ik op mijn beurt heb geen oorlog meegemaakt en heb mij wel geliefd gevoeld door mijn ouders, dus daar kan mijn onveilig gevoel niet vandaan komen. Maar omdat een hoogsensitief kind gemakkelijker energieën van anderen oppikt is het gevoeliger voor het leed van zijn of haar ouders en dat kan wel verklaren waar mijn onveilig gevoel vandaan komt. Ik heb als het ware de onveiligheid van mijn moeder gevoeld en het als iets van mezelf ervaren. Omdat mijn focus op onveiligheid lag, was ik altijd alert. In plaats van de toekomst met vertrouwen tegemoet te gaan werd het wantrouwen met elke situatie die niet goed ging alsmaar groter. In de loop van mijn leven heb ik allerlei manieren gebruikt om mij toch veilig te voelen. Alles voor een ander doen in de hoop om geliefd te worden, het leven van mijn ouders proberen na te bootsen (hier kom ik later nog op terug), perfectionisme, op latere leeftijd alcoholmisbruik en wanneer ik op de bodem zat na mijn burn-out trok ik mij als extravert persoon helemaal terug en sloot mijzelf op tussen de veilige muren van mijn huis. Het keerpunt kwam met de bewustwording dat mijn onveilig gevoel niet van mezelf was. Ik heb ondertussen geleerd dat ik op mezelf mag vertrouwen. Natuurlijk zijn er nog momenten dat ik bang ben, dat is ook menselijk, het is uiteindelijk een levenslang proces. Maar het beheerst niet langer mijn leven en dat is een hele overwinning!

Zijn er dan wel voordelen aan een hoogsensitieve persoonlijkheid zult u zich misschien afvragen? Absoluut! Het contact wat ik met anderen heb, is altijd heel intens. Ik heb aan een half woord of zelfs maar een blik genoeg en geef daardoor mensen het vertrouwen om hun verhaal te vertellen. Ik vind het dan ook heel bijzonder als mensen mij deelgenoot maken van hun leven. Het geeft mijn leven zin en doet mij vanbinnen stralen. Sinds ik mijn hooggevoeligheid omarmde, werd mijn intuïtie veel krachtiger en ontwikkelde ik daardoor een korter lijntje met de spirituele wereld. Hierover vertel ik meer in hoofdstuk 3. Mijn contact met alles wat leeft is erg groot en ik geniet van de kleinste dingen. Menselijk contact, de natuur, creativiteit, muziek en dans komen daarbij op de eerste plaats. Dit wil niet zeggen dat ik niet kan genieten van materiële zaken, zeker wel! Maar het materiële is niet het doel op zich om mij gelukkig te voelen. Het gaat over het plezier van het proces om het doel te bereiken. Je kan het vergelijken met het schrijven van dit boek. Ik zal natuurlijk blij zijn wanneer ik mijn boek in mijn handen houd, maar het gaat in de eerste plaats over de vreugde die het schrijven met zich meebrengt. Zodra het zich gemanifesteerd heeft, zal ik weer gemotiveerd zijn om aan een volgend doel te werken. Als ik terugkijk op mijn leven, dan zie ik dat alles vlot ging zolang ik werkte omdat ik er plezier in had en het werk bij mij paste. Maar zodra ik ging werken om mijzelf te bewijzen en respect af te dwingen ging het fout en werd ik ongelukkig en uiteindelijk ziek. Dit is een grens die uiteindelijk iedereen zal bereiken wanneer je niet authentiek leeft. Misschien zullen HSP’ers deze grens iets sneller bereiken omwille van hun gevoeligheid. Willen we een gelukkiger en onbezorgd leven leiden is het belangrijk dat we meer van het moment genieten. Wij zijn het zelf die ons verplichten om gejaagd te leven en zijn dus ook de enigen die hier veranderingen in kunnen brengen. HSP’ers voelen sneller aan waar het fout gaat, het wordt dus tijd dat we ons niet langer verstoppen maar naar voren treden en onze gevoeligheid gebruiken om te helpen bij de nodige veranderingen in de wereld. Oplossingen voor bijvoorbeeld het onderwijs, de zorg en het milieu komen er niet alleen vanuit een rationeel oogpunt. We moeten hiervoor terug naar wat goed voelt en daarvoor zijn HSP’ers uitermate geschikt. Wanneer we ons gevoel een minstens zo belangrijk rol laten spelen als onze ratio, zal de wereld er binnen enkele jaren veel mooier uitzien.

Ik ben mijn ouders en mijn grootouders dankbaar voor het leven dat zij hebben geleefd en de lessen die ik eruit heb mogen trekken. Het is aan mij om te bepalen in hoeverre ik de ervaringen van mijn voorouders mijn leven laat beïnvloeden. Ik neem mee wat ik kan gebruiken en ik laat los wat ik niet nodig heb. Zo ben ik niet langer slachtoffer van mijn geschiedenis omdat ik er geen macht aan geef. Ik sta nu in mijn eigen kracht omdat ik mij bewust ben dat de verandering in mij zit en ik elk moment kan kiezen hoe ik op mijn ervaringen reageer. De vrijheid die dit met zich meebrengt, kleurt mijn leven en daar ben ik intens dankbaar voor.